0
Browsing Category

Blog

0 In Blog

Wijs lijf.

De meeste jaren van mijn leven had ik een hekel aan mijn lichaam. Ik doel dan niet op de buitenkant maar vooral op het feit dat het ‘altijd moeilijk deed’. Als kind al ging ik tientallen keren door mijn enkel, met gym, korfbal (yes I did that and I loved it), of gewoon tijdens het buiten spelen. Ik kreeg zooltjes en droeg daarbij niet altijd de meest moderne schoenen omdat de zooltjes er dan niet in pasten. Ik baalde ervan dat ik geen ‘normale’ voeten had en hippe schoenen kon dragen. Ik baalde van mijn voeten toen de huisarts uiteindelijk aangaf dat doorgaan met korfbal voor mijn enkels niet echt handig was. 

Tot die tijd was korfbal (en dus sport) een hobby, maar toen ik daarmee stopte vond ik daarna nooit meer een sport die ik ook kon en leuk vond (ik was geen groot talent hoor, maar fanatiek was ik wel). De jaren die daarop volgden ging ik op ratio (sporten is gezond, je moet wel blijven bewegen – en soms om af te vallen) naar diverse fitnessclubs. Ik voerde braaf de oefeningen uit zoals ik ze opgedragen kreeg, was super gedisciplineerd en iedere keer opnieuw kwam ik bedrogen uit. Ik ontwikkelde blessure na blessure, van klein tot groot en van pink tot teen en alles daartussen met hier en daar een sub luxatie. Na onderzoeken bleek ik het hypermobiliteitssyndroom (HMS) te hebben. Kort samengevat komt het er op neer dat je een afwijking in het bindweefsel van de gewrichtsbanden en pezen hebt waardoor die niet genoeg stevigheid bieden. 

Ik nam dat aan ter kennisgeving en deed er verder niet veel mee. Ik snapte nu waar de ‘pijntjes’ die ik zo nu en dan had vandaan kwamen en dat was dat. Ondertussen ontwikkelde mijn verstoorde relatie met eten zich in volle vaart. Ik at om niet te hoeven voelen van wat er op dat moment speelde in mijn leven. Eten was mijn manier om weg te blijven van wat er zich binnen in mij(-n lichaam) afspeelde. Ik voelde me erg eenzaam, niet geaccepteerd en onveilig. Met ‘over-eten, duwde ik gevoelens letterlijk wég en vulde leegte daarmee op. Mijn leven speelde zich af in mijn hoofd en woorden als ‘verbinding met je lichaam’ vond ik zweverig. 

Toen ik in 2017 een ongeluk kreeg (ik werd aangereden door een auto toen ik op mijn scooter zat) volgde een lang revalidatietraject. Ontzettend veel pijn in mijn bekken, heup, knie zorgden ervoor dat ik op sommige dagen niets anders kon dan liggen. Ik had toen mijn verstoorde relatie met eten al een tijdje aan de wilgen gehangen en dus kon ik nauwelijks nog vluchten of afleiding vinden in werk of iets anders. 

Mijn bekkenbehandelaar ontdekte dat ik elke keer als ik pijn had ik ‘vertrok uit mijn lijf’ en dus wegging van de pijn, oftewel functioneerde vanuit mijn hoofd en daardoor bijvoorbeeld ook niet voelde in mijn lijf als ik mijn grenzen overging met het letsel dat ik had. Dat voelde ik steeds pas als ik veel te ver was gegaan. Een soort alarmsysteem van mijn lijf. 

Hierop verwees hij mij door naar een haptotherapeut. Toen ik voor de eerste keer bij haar op de bank lag en ze mij vroeg om met mijn aandacht naar haar hand te komen die ze op mijn rug had gelegd vroeg ik me af wat in godsnaam de bedoeling was? In welke hokuspokus ben ik nu toch beland dacht ik toen.
Het voelde zweverig. Ik hield niet van zweverig. Toch was ze lief en geduldig en vroeg ze me om gewoon de warmte van haar hand te voelen. Wat ze precies deed wist ik niet, maar toen ik daarna van de bank afstapte merkte ik dat mijn lijf anders voelde en ik vooral heel moe was. Hierna zou nog een wereld voor mij opengaan die niets met hokuspokus te maken had, maar wel met veiligheid, onvoorwaardelijkheid en durven zijn.

Een hele lange reis volgde. Een reis waarin ik ontdekte hoe krachtig maar vooral wijs ons lichaam is. Hoe lichaam en geest (en dat wist ik al langer maar nooit eerder ervaarde ik het zo sterk) onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn en hoe mijn ontwikkelde mechanisme, het weggaan van de pijn, een functie had gekregen. Het was een oude voor mij werkende manier geworden om het leven draaglijk te houden. Hoewel ik de jaren voorafgaand aan mijn ongeluk al de nodige stukken aan oude pijn en trauma had doorgewerkt, ontdekte ik hier voor het eerst hoe ons lichaam omgaat met pijn, trauma en al het andere. Alles ligt opgeslagen in ons lijf, zonder woorden, maar het is er. 
De ‘reis’ die ik maakte was er een met ontzettend veel pijnlijke behandelingen, mooie inzichten, een reis vol onzekerheid, loslaten, leren vertrouwen, durven ontvangen en opnieuw beginnen. 

Een reis die mij uiteindelijk als mens en als professional zoveel wijzer heeft gemaakt. Zo zie ik bijvoorbeeld vrijwel altijd bij mensen die een verstoorde relatie hebben met eten het gebrek aan een (veilige) verbinding met hun lichaam. In het bijzonder de mensen die ‘over-eten’. Zij voelen vaak hun buik(pijn) pas als ze (over)vol zitten. Lees de vorige zin nu nog maar eens een keer. Ik doel dus op het fysieke aspect, na een eetbui voelen ze hun buik. Tegelijkertijd is het mentale aspect ook van toepassing. Ze kunnen vaak hun buik(pijn) pas voelen als ‘ze hun buik er vol van hebben’, denk aan spanning, stress, gevoelens en emoties. 

Daar waar ik vroeger dacht; ‘wat een gezeik weer met dat lijf van mij’ stel ik mezelf als ik nu pijn heb de vraag ‘wat probeert mijn lichaam onder de aandacht te brengen’? Waar ga ik aan voorbij? Wat leeft er in mij? Geloof me, zo nu en dan gaat nog steeds dat ‘oude mechanisme’ in werking. Het mechanisme dat liever gewoon doorgaat en leuke dingen gaat doen met vrienden of werkt. Want dat waar we vaak voor wegrennen is meestal pijnlijk, confronterend of verdrietig. 

Als ik kijk naar mijn hypermobiliteit dan neem ik dat nu een stuk serieuzer dan dat ik dat destijds deed. Dat betekent dat ik met meer zorg en zachtheid omga met mezelf in plaats vanuit onbegrip en frustratie mezelf toch over die grens te pushen. Hetzelfde geldt voor de restanten van mijn letsel. Hoewel ik natuurlijk ook nog wel eens een dagje baal als ik iets gedaan heb wat net te zwaar was houdt het me anderzijds bewust van mijn verbinding met mijn lijf. Het zorgt ervoor dat ik niet te snel kan gaan en fluit me terug als ik dat wel doe (lees; teveel vlucht in de dagelijkse dingen en niet genoeg stil sta bij het voelen).

Toch is het contact maken met wat gevoeld mag worden ook zo waardevol, omdat het je verbindt met het diepste dat er in jou leeft. In mijn praktijk werk ik daarom óók lichaamsgericht. Hoe kijk jij naar je lijf, hoe voelt je lijf, kún je het voelen en wat voel je dan?
Het brengt je in contact met jouw echte zelf, het is soms een hele reis naar binnen, maar het is fijn om steeds vaker ‘thuis’ te zijn en ik help je daar graag bij.

Lottie

0 In Blog


To begin with, soms lijkt het wel alsof we, als men vraagt hoe het nu gaat (ná of nog ín die moeilijke tijd) we al snel het gevoel hebben te moeten zeggen; ja het gaat al beter hoor, óf nou ik heb er ook veel door geleerd. Alsof wij geprogrammeerd zijn om maar overal positief over te moeten zijn, of een ander te laten zien: dat het wel goed gaat, terwijl je van binnen kapot bent. Mijn hoop is dat we steeds een beetje eerlijker worden naar onszelf en elkaar en we ook stil durven staan in het moment van lijden, want dat is soms gewoon wat het is.

Ik was geraakt door Bessel van der Kolk (traumaspecialist) toen hij bij Zomergasten zei ‘wounded healers are the best healers’. Omdat ook ik zelf veel heb moeten overwinnen en moeten verwerken om te worden wie ik nu ben. Ik wéét en er tevens direct aan herinnerd word hoe het voelt om zó diep te zitten dat je je afvraagt of je het wel aan kunt, als ik een cliënt in mijn praktijk voor me heb zitten die niet meer weet hoe ze verder moet. Dat is een van de redenen waarom ik doe wat ik doe. Mede daarom zal ik de komende periode zo nu en dan ervaringen en mechanismes uit het verleden van mijn eigen leven met jullie delen.

Naast mijn ervaring als professional en mijn sterk intuitief vermogen, weet ik dat juist dát stukje waar Bessel op doelde soms voor een cliënt het verschil kan maken en dat is niet mijn verdienste, of alleen bij mij zo, maar met veel mensen die ook werkzaam zijn als ervaringsdeskundige.

Ik weet niet alleen wat de mechanismes kunnen zijn in een situatie van uitzichtloosheid en wanhoop, maar ook hoe het voelt. Hoe belangrijk het is om hoop te kunnen geven en vanuit oprechte intentie te kunnen zeggen; dat juist die bodem van de put, precies waar je het niet meer weet, je al dichterbij een nieuw begin zit dan je denkt, zonder dat ik de ander ga ‘redden’. Dan ontneem ik de ander namelijk de kans om te voelen wat er gevoeld wil worden, of het vertrouwen in zichzelf. 

Veel mensen schieten op dat punt in paniek, zoeken op talloze manieren naar controle/ afleiding of zoeken oplossingen om maar weg te blijven van dat wat gevoeld wil worden. Om de angst voor het onbekende of datgene waar ze altijd zo bang voor waren maar uit te stellen of niet te hoeven aankijken.

Mijn ervaring is dat voelen, en omgaan met je gevoelens en emoties lang zo eng niet is als je hoofd je al die jaren verteld heeft. Juist het voelen (vooral in je lijf) van wat er is, wat het te zeggen heeft, gaat je veel mooie inzichten geven. En ja, ik geloof dat het ergens goed voor is in de nabije toekomst, maar het doet niks af aan dat het in het hier en nu soms ontzettend zwaar, en heftig kan en mag zijn.

Liefs en sterkte als je dat nu nodig hebt;

Lottie

In Blog

Zo’n 12 jaar geleden was ik de jongste docent die er rond liep binnen de opleiding SPH en pedagogiek aan de hogeschool. Ik gaf er diverse vakken op het gebied van communicatie, observatie, presentatie, sollicitatie, omgaan met stressvolle situaties en nog een aantal andere. Tevens werd ik studieloopbaanbegeleider (mentor) van een 2e jaars groep studenten. Ik leerde veel en vond het een van de tofste plekken waar ik werken mocht. Na 1,5 jaar werd ik tevens door de opleiding SPH gevraagd om een deeltijdgroep over te nemen van een collega die kampte met burn-out klachten. Echter, werd er bij vermeld, het is geen gemakkelijke klas, er zijn al meerdere docenten op stuk gelopen en sommige van deze studenten zijn 2 keer zou oud als jij. Ok bedacht ik me, dat klinkt wel als een uitdaging en ik gaf aan dat ik deze graag aan wilde gaan, mits ik dan ook ‘carte blanche’ kreeg. Oftewel, ik wilde me graag inspannen om deze groep ‘in goede banen te (bege)leiden, maar dan wilde ik ook de vrijheid hebben om dat te doen én tevens rugdekking krijgen van mijn manager als ik vond dat er ingegrepen moest worden. Hij was akkoord.

Niet al te lang daarna had ik mijn eerste ontmoeting met ze. De les begon om 09:00uur. Een aantal studenten zat al in de klas toen ik binnenkwam, en een aantal druppelden zo tussen 09:00uur en 09:45 op hun gemak binnen. Zoals altijd stelde ik mezelf voor met de zin; ‘ik ben graag de docent voor studenten die ik zelf had willen hebben, ik hou van humor, ik ben flexibel en je kan met mij veel kanten op, maar er zijn 2 dingen die ik heel belangrijk vind; wederzijds respect (oftewel als ik of een ander wat zeg, dan keutel je er niet tussendoor) en afspraak is afspraak. Oftewel; je komt op tijd en als er dan en dan moet iets ingeleverd worden dan is dat de harde deadline en buiten ernstige onvoorziene zaken zit daar weinig marge tussen.

Hierna vroeg ik ze met een klein beetje cynisme of zij een andere tijd in hun agenda hadden staan voor deze les als ik, of dat ze andere afspraken hadden hierover met de vorige docent. De antwoorden waren divers, maar wat ik vooral non-verbaal zag en hoorde was onvrede, frustratie, boosheid en vooral een hele hoop hakken in het zand.
Ik besloot om een goede start te kunnen maken, om ruimte te maken voor wat ik zag en hoorde en zo benoemde ik het ook. Ik zie en hoor onder jullie een hele hoop frustratie en boosheid, klopt dit en zo ja; willen jullie mij vertellen wat er speelt? Ik kan niks beloven, maar ik kan wel kijken wat ik voor jullie kan betekenen en eventueel zien of ik daarin verandering kan brengen. De non-verbale houdingen die ik voor me zag veranderden direct. Er kwamen diverse reacties op tafel. Er was aandacht voor elkaar en voor mij. Ik had in no-time helder dat er met deze klas in de communicatie behoorlijk wat mis was gegaan en dat ze het gevoel hadden gekregen dat ze ‘nummertjes’ waren geworden in plaats van studenten. Ik besloot het een en ander te noteren, voor te leggen aan de manager én ik beloofde hen en terugkoppeling te geven hierover. Daarnaast maakte ik de harde afspraak mijn best te doen een nieuwe start voor ze te verzorgen én in te steken op open-communicatie, wat neerkwam op; speelt er onvrede, onduidelijkheid of herhaling van zetten, spreek je uit dan kunnen we kijken hoe we het kunnen verbeteren.

Na de 2e les (sommigen waren de eerste les niet eens aanwezig geweest) kwam iedereen op tijd, werd er volwassen meegedaan en ontstonden er leuke interactieve lessen.

Recent werd ik gebeld voor het geven van een communicatie-training aan een snelgroeiend bedrijf met medewerkers in de zorg. Zij wilde graag dat ik de managers een training zou geven over hoe de communicatie te verbeteren naar de medewerkers aan de telefoon. Ze hadden hier al van alles voor geprobeerd, maar tot op heden ging er nog steeds veel mis in de communicatie. Ze hoopte dat ik hen dan wilde trainen, zodat zíj het personeel daarna zelf zouden kunnen trainen. Ik vroeg hen wát ze dan precies zouden willen en waar het nu misging. Na heel veel doorvragen werd mij duidelijk dat ze wijzigingen doorvoeren aan het personeel (die al kampen met een onderbezetting) die mogelijk de werkdruk verder vergroot.

Voor de managers was het logisch en makkelijk anders te plannen, maar ze stuitte toch ook op weerstand of gebrek aan creativiteit van de medewerkers. Ik gaf aan dat ik niet zo geloof in het enkel geven van training, die dan vervolgens ‘doorgegeven’ word. Dan kijk je niet naar wat er aan ten grondslag ligt en vraag je mensen die zich al onder druk voelen staan óók nog een training te volgen om het anders (mogelijk voor hun gevoel, nóg beter) te moeten doen. Ik confronteerde haar met deze inzichten en dat ik altijd geloof in dat je voor verbetering begint bij het inzichtelijk maken van het probleem of beter geformuleerd; het verbeterpunt. In dit geval; werkdruk/ niet gehoord, begrepen, of overbelast voelen en er dan óók nog een opdracht bij krijgen.
Ze was even stil en zei toen; als je het zo zegt, ja daar zit wel wat in, goh, ik heb wel even wat dingen om over na te denken nu en ik zou het graag overleggen met mijn collega die volgende week van vakantie komt, want we willen wel echt graag een training.
Ik gaf aan dat me dat waardevol leek en dat ik te alle tijden graag meedenk en een aanbod op maat doe, maar nog belangrijker voor mij is dat het ook van toevoeging is én het verschil maakt. Ik geloof dat ook voor deze medewerkers geldt; geef gehoor aan wat er speelt, neem ze serieus, kijk hoe je als werkgever het een en ander kan uitleggen óf naar je personeel kan verbeteren. Voordat je kunt groeien, leren en ontwikkelen moet er ruimte zijn en als die ingevuld is met frustratie, dan is er geen ruimte.

De kracht van gehoord worden is soms effectiever dan welke training dan ook!

0 In Blog

ik kies vertrouwen

Gisteren kwam in het nieuws dat theater De Liefde Theo Maassen laat optreden voor een volle zaal en daarbij de regels negeert. Als je dan al bijna juichend op je stoel stond als theatermaker, dan ga maar vast weer zitten, want let wel; daarbij houden ze zich wel aan de QR-code of een negatieve test als voorwaarde om binnen te komen.

Heel twitter in rep en roer omdat Theo Maassen de regels helemaal niet negeert en daarmee dus al zeker geen statement maakt waar veel mensen toch op lijken te wachten. Ook ik twitterde dat het toch een beetje voelt als ‘het braafste jongetje van de klas dat een propje door een lege hal gooit’. Want zeg nou zelf, als je echt het verschil wil maken, sta dan op als theater(maker) tégen een QR-code en testbewijs.

Als reactie op mijn tweet ontving ik van iemand de reactie: ‘Hartstikke mooi, maar dan zou een groot deel van het theaterpubliek niet meer durven komen’.

In dit antwoord ligt wat mij betreft precies de essentie én de oplossing van dit probleem. Namelijk ‘vertrouwen’.

Mijn antwoord was dan ook:

‘Dat is dan tenminste een vrije keuze (om wel of niet te gaan). Want wordt het niet eens tijd dat we elkaar weer leren vertrouwen in plaats van wantrouwen. Bijvoorbeeld er op vertrouwen dat mensen als ze dat voor de pandemie al niet deden nu heus wel twee keer zullen nadenken voordat ze al snotterend een theater binnenlopen.

Het waren de woorden van Rutte tijdens zijn eerste persconferenties, ik wil Nederlanders zélf verantwoordelijkheid laten nemen en niet te veel betuttelen. We zijn volwassen mensen. En nu? Nu zijn een heel groot gedeelte van die volwassen mensen zo bang geworden dat ze niets meer durven doen zonder garanties van een testbewijs. Het leven heeft nooit bestaan uit garanties. Sterker nog. Inmiddels is al lang bekend dat iemand die gevaccineerd is, het virus ook kan krijgen én overbrengen, dus die veiligheid die je denkt te hebben door middel van een QR-code van je buurman is enkel een schijnveiligheid.

Vertrouwen in mijns inziens een sleutelwoord op vele fronten in een weg uit deze pandemie. Vertrouwen op je eigen immuunsysteem, op je eigen buikgevoel en op ook je éigen gezonde verstand bij het maken van keuzes voor de gezondheid van anderen, als het maken van keuzes die invloed hebben op je eigen gezondheid.

Ik kies voor vertrouwen, vertrouwen op onze eigen kracht en het vertrouwen in mijn medemens in plaats van verdeeldheid. Ik kies voor vertrouwen in plaats van; wel gevaccineerd en niet-gevaccineerd, goed en slecht, in schuldig en niet schuldig en wij versus zij.

Ik wil mijn leven niet laten leiden door angst, uitsluiting, verdeeldheid, schijnveiligheid én beperkingen. Ik kies vertrouwen in een open samenleving waar we het beste uit ons bestaan kunnen halen.
Wat kies jij?

Deel deze blog als je nét als ik de voorkeur geeft aan vertrouwen als grootste wapen tegen deze pandemie en alles wat er aan negatieve gevolgen uit voortgevloeid is.

#ikkiesvertrouwen

0 In Blog

AvOnturijn

aventurijn

Toen ik vanmorgen de postbode naar mijn brievenbus zag lopen raakte ik even afgeleid omdat ik zag dat ze een dikke envelop met bubbeltjesplastic bij zich had. Ik raakte even afgeleid omdat ik voor zover ik wist niks besteld had. Omdat ik nieuwsgierig was ging ik meteen kijken. Toen ik de afzender ‘Spiritual Garden’ zag staan dacht ik eerst dat het iets van reclame zou zijn. Spiritual Garden is een van mijn favoriete winkels als het gaat om edelstenen en sieraden en ik had hier al vaker wat gekocht, maar nu niet.
Toen ik de envelop opende zag ik een cadeautje zitten. Nog meer verrast (bijna zoals een kind) maakte ik het open. Mijn vriend die met zijn koptelefoon op in een werkoverleg zat keek verbaasd naar mijn gefronste wenkbrauwen.

In dit cadeaupapiertje zat een groene aventurijn edelsteen aan een ketting. Ik keek nogmaals in de envelop maar er zat verder geen bijschrift bij.

Op de envelop zat een plakbon. Ik trok deze eruit om te kijken wat er op stond, besteldatum 25 april 2020. Hè?!? zei ik nu fronsend hardop, hoe kan dit? Huh?

Dit moést het ‘nooit aangekomen kettinkje’ zijn. Mijn vriend die er nog steeds niks van begreep legde ik snel uit dat ik dit kettinkje ongeveer 1,5 jaar geleden besteld had bij Spiritual Garden maar dat ik na weken wachten nog altijd geen kettinkje ontvangen had. Toen ik ze uiteindelijk belde hebben ze keurig een nieuwe opgestuurd en waar die andere gebleven was, bleef onduidelijk. Mijn vriend die het dorp waar ik woon graag op de hak neemt omdat hij nogal ‘stad-minded’ is, grapte tussendoor dat dat waarschijnlijk kwam omdat de post hier nog met paard en wagen over zandwegen moet en dus ergens in een koeienstal was beland.

Ik besloot Spiritual Garden te bellen om te vragen of ze door een administratieve fout recent nu toch een nalevering hadden gestuurd of dat dit op enige wijze afkomstig kon zijn van hen.

De vriendelijke man die ik aan de lijn had gaf aan dat hij het een leuk verhaal vond, maar dat zij écht recent niks naar mij hadden opgestuurd en dat de laatste verzending inderdaad van juni 2020 was (dit was het tweede kettinkje dat ze opgestuurd hadden).

Hij vroeg me of dat de envelop retour afzender was geweest, of dat er iets anders op stond. Nee, zei ik, het ziet er allemaal nieuw en ongeschonden en ongeopend uit en werd geleverd door Postnl. De man aan de lijn was het met me eens dat dit wel op z’n zachts gezegd ‘bijzonder’ te noemen was en zei even te kijken naar de betekenis en de werking van de aventurijn.

Hij las voor:

De aventurijn helpt geluk en voorspoed aantrekken, helpt ontspannen en maakt je geduldiger, toleranter, positiever, empathischer en creatiever. Aventurijn helpt je om je te focussen op een doel en om hiernaartoe te werken doordat het je meer besluitvaardig maakt en helpt door te zetten. Het beschermt tegen negatieve invloeden uit de omgeving.

Wauw! Zo bijzonder. Zo mooi en vooral zo passend op dit moment! Noem mij de ‘zweefteef van de week’ maar ik voelde dit als een cadeautje van het universum, onverklaarbaar, maar wel voelbaar en daardoor mínstens zo waardevol!

0 In Blog

Deze zomer is mijn vaste bekkenbehandelaar en beste fysio die ik ken met vakantie. Hoewel ik hem steeds minder nodig heb zijn er heus ook nog wel dagen waarop ik soms nog wat extra ‘hulp’ kan gebruiken. En dat gebeurde in mijn geval, je raad het al, precies nu hij op vakantie was. Omdat ik behoorlijk wat pijn had en het niet vanzelf leek te herstellen, besloot ik maar eens ‘random’ een vervangende fysio wat dichter in de buurt te bellen.

Lang verhaal kort;

Ik kon er snel terecht en op het moment dat ik binnen kom voelde ik direct een blik van onder naar boven over me heen gaan die ik uit duizenden herken; het was niet de blik van een fysio die de stand van mijn knieën probeerde te analyseren. Ik laat het voor wat het is en ben benieuwd naar zijn analyse en behandeling. Ik ben súper hypermobiel en heb nogal eens het een en ander ‘achterstevoren’ zitten. In dit geval een rib en ik vermoed een paar werveltjes boven in mijn rug. Niks dramatisch, wel irritant. Nadat ik 8 minuten op mijn buik met mijn gezicht in zo’n opening naar beneden op de bank lig komt de vraag der vragen dan toch ‘op tafel’; ‘Heb je wel eens ooit nagedacht over je gewicht, of om hier iets mee te doen’?

Zonder blikken of blozen antwoord ik; ik ben wel benieuwd naar het waarom achter je vraag en bovenal naar de timing, antwoord ik. Ik wil je daar graag een antwoord op geven, maar dan wel als ik voor je zit en je recht in de ogen aan kan kijken. Op dat moment voelde ik enig ongemak toenemen bij de nog relatief jonge fysiotherapeut en hij antwoorde met ‘oh dat is goed’.

Nadat hij me hier en daar wat gemobiliseerd leek te hebben en ik mijn kleren weer aandeed herhaalde ik zijn vraag. Jij wil dus weten of ik wel eens ooit heb nagedacht over mijn gewicht en om hier iets aan te doen? Mag ik beginnen te zeggen dat ik zowel de timing áls de vraag zelf best wel opmerkelijk vind. Je kent mij namelijk niet, je hebt niéts aan achtergrondinformatie van mij en je vraagt naar enkel de gevolgen van een ziekte, zónder dat je dat weet. Want gewicht is énkel een gevólg van iets. Het is iets wat je zíét maar vrijwel noóit waar het écht over gaat. Dat jij die vraag aan me stelt, terwijl ik op mijn buik lig laat mij zien met hoe weinig kénnis, inleving óf bewustwording je zo’n vraag stelt.

Nou is het zo, dat ik die vraag heel goed kan ontvangen, sterker nog; dat ik hem graag ‘opvang’ zodat ik er met jou in alle open en eerlijkheid eens over van gedachte kan wisselen zodat je een volgend iemand die hier komt misschien niet met zo’n vraag overvalt. Want er zijn heel veel mensen die zich ontzettend ongemakkelijk, afgewezen óf in dat ‘beruchte hoekje’ gezet voelen bij zo’n vraag. Ben je je daar bewust van? Enigszins stamelend antwoord hij; ‘nou ja, misschien moet ik zo’n vraag niet de eerste keer stellen’. Ik antwoord met dat ik me afvraag of hij de vraag überhaupt zou moeten stellen. Is het niet zo dat je daarmee de mens en haar autonomie onderschat. Het feit dat jij denkt of je afvraagt of ik wel eens nagedacht heb over mijn gewicht zegt toch alles? Het roept het gevoel op van minderwaardigheid. Namelijk dat je mogelijk denkt dat ik nooit in de spiegel kijk, of dat ik er nog nooit over nagedacht heb omdat ik misschien niet zo intelligent ben, of omdat ik niet weet hoe en waar ik er hulp voor kan zoeken?

Ik vertel hem wat mijn werk is, ik vertel hem over mijn eetstoornisverleden, ik vertel hem over mijn werk in de media met betrekking tot stigmatisering van de dikke mens en ik vertel hem dat ik altijd probeer bewustwording te creëren. Hij geeft aan dat hij vanuit zijn werk als professional vindt dat hij daarnaar moet vragen. Ik benoem nog eens dat ik hoop dat hij daarover na wil denken én áls hij dan echt denkt dat hij dat ‘moet’ vragen, dat hij nadenkt over de timing, en de réden van zijn vraag. Ze verkochten daar namelijk ook ‘afvaltrajecten onder begeleiding’.

Ik voelde dat hij tot zover zijn mogelijkheden reikte probeerde open te staan voor mijn feedback, hetgeen ik als positief ervaren heb. Ik hoop dat jóng als hij nog is, dat hij zich oprecht verder wil verdiepen in de achtergrond van zijn vraagstelling en dat ik met mijn feedback (al is het maar een klein beetje) bewustwording heb gecreëerd voor zijn volgende cliënt met een dikke bips. Ik hoop het echt, want binnen de zorg is nog steeds heel veel winst te behalen op het gebied van stigmatisering rondom (over)gewicht, zeker bij artsen, specialisten van een oudere generatie is mijn ervaring. Het gaat zelden over iemands achtergrond, iemand zien zoals hij is, maar vaak over cijfers, statistieken, goed of fout. Het is zó achterhaald en het heeft naar mijn mening állemaal níets met zórg te maken. Zorg en betrokkenheid toon je op een hele andere manier. Meedenken kan alleen zonder vooringenomenheid en vanuit openheid en openheid kan er alleen zijn wanneer het veilig is. In veiligheid kunnen we loslaten én groeien.

Laten we hopen dat hij eens nadenkt over het gewicht van zijn vraag en de ruimte die hij daarbij weghaalt voor de ander.  

Liefs Lottie

0 In Blog

Lieve kleine Lot,

Wat ben ik trots op je. Wat ben jij ontzettend dapper geweest al die jaren. Ik vind het erg voor je dat je zo alleen was. Dat je je zo eenzaam gevoeld hebt terwijl je dat ondertussen aan niemand liet zien. Je was altijd opgewekt en haalde kleine gelukjes uit jouw creatieve talenten, zoals tekenen, schrijven (toen schreef je al boeken en liedjes) en vooral zingen. Je droom om ooit een beroemde zangeres te worden hield je op de been. En eten. Snoepjes gaven je troost, vooral chocolade. Als je stiekem naar de snoeptrommel sloop ook al was er niemand thuis dan zat het hart in je keel, maar als je eenmaal de chocolaatjes in je mond had, vergat je enkele seconden alles om je heen. Je mocht er even alles laten zijn. Het gaf je een gevoel van veiligheid, het troostte je verdriet en vulde je gevoel van leegte op. 

Je werkte hard en deed je best op school, ook al ontwikkelde je de overtuiging dat je dom was. Rekenen was niet jouw favoriete vak en als je een verkeerd antwoord gaf in de klas als je de beurt kreeg, dan werd je door de hele klas uitgejoeld. Je raakte faalangstig en probeerde vooral geen beurten meer te krijgen door onzichtbaar te zijn. Als dat toch gebeurde blokkeerde je direct. 

Ik vind het ontzettend afschuwelijk en verdrietig dat je al zo jong zoveel geweld ervaren moest. Dat je ervaarde dat jouw lichaam regelmatig fungeerde als boksbal. Dat je keer op keer opnieuw ervaarde dat alles altijd jouw schuld was. Je kon niet anders dan je veiligheid zoeken in eten. Je mocht niks zeggen. Je had eten nodig om je mond te houden, om weg te slikken. 

Lieve kleine Lot, dat hoeft niet meer. Je bent veilig nu. Ik zorg voor je, zal je troosten als je oude pijn getriggerd wordt en ik zal naar je luisteren als je gehoord wil worden, ook al zal dat niet altijd in een keer lukken.Je bent veilig, je bent slim, je bent mooi en je mag er zijn.
Liefs ‘grote’ Lot


Deze brief schreef ik een aantal jaar geleden aan mijn jongere zelf, om haar te laten weten dat ik er nu als gezonde volwassene voor haar kan en wil zijn, zodat eten zijn functie stapsgewijs kon neerleggen.
Ben jij je bewust van je innerlijke kind en wat soms gehoord wil worden?

0 In Blog

Patronen doorbreken

In mijn praktijk zie ik telkens opnieuw hoe we ‘het aangepaste kind’ dat we moesten zijn in ons verleden (soms om te overleven, of omdat het was wat onze opvoeders van ons vroegen) meenemen in ons dagelijks volwassen leven in het hier en nu.
Hoe opgedane overtuigingen of kind-mechanismes ook in ons volwassen leven soms onbewust invloed hebben of zelfs nog regie voeren.

Zo zie ik regelmatig gebeuren dat kinderen die in onveiligheid zijn opgegroeid, bijvoorbeeld door dat een van de ouders of opvoeders psychische problemen had of een drank of drugsverslaving, geleerd hebben zich aan te passen aan hun omgeving. Ze leerden ‘scannen hoe de vlag er die dag of dat uur bijhing’. Zij liependaardoor continue op hun tenen. Ze probeerden escalaties te voorkomen (waar je als kind natuurlijk nooit enige schuld aan kon hebben), maar als dit niet lukte hoorden sommigen met enige regelmaat dat ‘iets’ hun schuld was. Om het ‘goed te maken’, escalatie te voorkomen óf om gewoonweg gezien te worden, of lief gevonden vertoonden deze kinderen vaak compensatiegedrag. Bijvoorbeeld door de ouder of opvoeder die grillig was te ontlasten in het huishouden, te verrassen met een ontbijtje óf hun laatste spaarcentjes bij elkaar raapten voor een extra duur verjaardagscadeau. Alles om van de ‘onveilige opvoeder’ onvoorwaardelijke liefde, affectie, veiligheid en aandacht te krijgen. Om deze te bewijzen hoeveel ze van hem of haar hielden.

Heel vaak zie ik dat mensen die zijn opgegroeid binnen zo’n systeem, zeker wanneer ze zich nog niet altijd even bewust waren van onderliggend patroon, in hun volwassen leven in soortgelijke relaties terecht komen. Opvallend is dat meer dan eens cliënten ook in hun werksituatie te maken krijgen met een leidinggevende die er niet altijd even gezonde machtsverhoudingen op nahoudt, of die eveneens grillig is. De werknemer doet ook binnen deze setting wat ze kent, namelijk heel hard werken, en een extra stapje zetten waar mogelijk en ‘nee’ zeggen wordt vaak als lastig ervaren. Hier zie je ook vaak de ‘burnout’ ontstaan, die vaak veel meer te maken heeft met onderliggende patronen en mechanismes dan met overwerkt zijn.

Ook in relatie met een partner zie je dat wanneer dergelijke mechanismes nog niet uitgewerkt zijn, mensen vaak een partner kiezen waarmee ze in hetzelfde onveilige patroon zitten als dat ze vroeger zaten. Mijn ervaring is dat het leven ons uitdaagt ongezonde patronen te doorbreken, zodat we verder kunnen groeien en ontwikkelen. Daarvoor krijg je die vervelende ‘leidinggevende’ daardoor kom je soms in een ongezonde relatie terecht, maar altijd om ervan te leren. Lukt dat niet meteen, dan krijg je vast en zeker een nieuwe uitdaging tot dat je het oude ongezonde patroon doorbroken hebt en ik vind het élke dag opnieuw súper bijzonder en waardevol om daar mensen bij te mogen begeleiden.

👉 Wil jij ook graag een patroon doorbreken, of inzicht krijgen in waarom je bijvoorbeeld steeds de verkeerde partner aantrekt? Je bent welkom! 👈

🌸 Neem jij voor 15 juni contact op, dan kun je daarna gebruik maken van de actie: 6 coachingsessies voor €500,- plus een make-over in de vorm van visagie. (data en tijd naar in overleg) 🌸

Informeer gauw naar de mogelijkheden want ik heb nog maar een paar plekken beschikbaar, VOL = VOL

0 In Blog

Bloesemtuin van Bomendromen (ter nagedachtenis aan Kim van der Hoef) – Lottie Mae Jones

Soms verschijnen er berichten in het nieuws of hoor je verhalen die zó binnenkomen dat ze je niet meer loslaten. Zoals het verhaal van Kim.

Aanstaande zondag 23 mei 2021 is het 2 jaar geleden dat Kim van der Hoef (25) plotseling overleed.
Ze was op dat moment zeven maanden zwanger van een tweeling. Terwijl Kim gereanimeerd werd in het Radboudumc in Nijmegen, werden de kindjes met een keizersnee gehaald. Raff en Tess kwamen gezond ter wereld, maar het nieuws sloeg in Nijmegen en wijde omgeving in als een bom. Ook bij mij.

Ik nam contact op met de Fieldwork Foundation waar ik ambassadrice van ben om te kijken of we iéts zouden kunnen doen voor Kurt, de kindjes en de familie. Ik zocht contact met een van de beste vriendinnen van Kim, Charlotte, en legde uit dat wij graag iets wilde doen als stichting, en vroeg waar behoefte lag. Ik legde ook uit dat ik als singer-songwriter misschien een liedje zou kunnen schrijven voor Tess en Raff ter nagedachtenis. Charlotte was meteen enthousiast. We spraken af dat ze het ook zou voorleggen aan de rest van de vriendengroep.

Slechts een paar dagen later kreeg ik bericht van Charlotte dat ze het als vriendengroep heel bijzonder zouden vinden en dus volgde al snel een middag waarin we allemaal bij elkaar kwamen. Ik heb die middag álles mogen vragen over hun mooie en lieve vriendin Kim.

Ik had nog nooit eerder op deze manier voor iemand een nummer geschreven en dus voelde ik ook een behoorlijke druk, juist omdat het zó precair was. Toch lukte het me om het nummer ‘Bloesemtuin van Bomendromen’ te schrijven, waarin elke zin in het liedje metaforisch is voor Kim, van hoe ze was, wat ze deed tot aan haar práchtige bos krullen ‘haar bloesem vormt een kroon tot dicht bij de maan’

De reacties waren emotioneel, en dat was het voor mij daardoor eveneens. Op verzoek zong ik dit liedje als verrassing voor haar man en familie op hun babyborrel. Het zal voor altijd een van de meest bijzondere maar tevens beladen optredens zijn die ik ooit heb gedaan. Aankomend weekend is het 2 jaar geleden en zing ik opnieuw Bloesemtuin van Bomendromen voor ze, ter nagedachtenis aan hun mooie Kim.

Deze productie werd mogelijk gemaakt door de Fieldwork Foundation (www.fieldworkfoundation.nl)
Lyrics: Lottie Mae Jones
Muziek: Lottie Mae Jones & Jordi Martin
Opname: Soundvision Studio Arnhem
Videoclip & Edit: Lottie Mae Jones (met dank aan alle beelden die zijn vrijgegeven door familie & vrienden, bovenal voor hun vertrouwen).

0 In Blog

‘Kettingreactie’

Tijdens mijn individuele coaching sessies met mensen die een verstoorde relatie met eten ervaren praat ik nooit over eten. Het gaat immers niet over eten, maar wel om over(heen) éten een mechanisme dat een hele periode ‘functioneel’ kan zijn, maar dat pas opgelost kan worden als je snapt wat de functie daadwerkelijk is.

Al eerder legde ik in mijn blogs uit dat een verstoorde relatie met eten vrijwel altijd een aangeleerd mechanisme is om te hebben kunnen ‘over leven’ door een aangepaste versie van jezelf te worden. Dit kan door dat je als kind hoorde dat je gevoeligheid ‘overdreven’ was en dat je ‘normaal’ moest doen. Het kan zijn omdat je je onveilig voelde omdat er geweld of intimidatie plaatsvond in het gezin waar je opgroeide en je dus al zeker geen ruimte voelde voor jouw gevoelens (je keek wel uit!), waardoor je leerde dat deze er niet mochten/ konden of hoorden te zijn. Maar het kan ook zijn dat jouw ouders niet met emoties om konden gaan en dus ook jou leerde dat je je ‘niet aan moest stellen maar gewoon door moest gaan’.

Meer dan eens zie ik mensen voorbijkomen in mijn praktijk die niet geleerd hebben om te gaan met hun mooie gevoelige kant. Zij zijn zich niet bewust van wie ze waren voordat ze zich leerde aanpassen, of dat ze zich überhaupt aangepast hebben. Dit gebeurt ook vaak onbewust. Net zomin als dat ze zich bewust zijn van het mechanisme dat daarna in werking gaat en hoe dat de boel in stand houdt, zoals ook de verstoorde relatie met eten.

Afgelopen week had ik Joyce in mijn praktijk, zij komt al een aantal weken voor begeleiding bij haar verstoorde relatie met eten. Zij vertelde dat ze een lastige week had gehad met eten en ze vertelde ook wat eraan vooraf was gegaan. Haar zus was bij haar gekomen en deze was heel verdrietig geweest omdat ze te horen had gekregen op haar werk dat haar contract niet verlengd was. De organisatie twijfelde eraan of dat haar zus wel bij de organisatie paste en dát terwijl ze zich zó had ingespannen. Joyce wilde er graag voor haar zus zijn maar voelde ook boosheid en onmacht, want ze had gezien hoe gigantisch hard haar zus de afgelopen maanden gewerkt had. Doorgaans zou Joyce vanuit haar ‘aangepaste zelf’ tegen haar zus gezegd hebben; joh kóm op, ga gewoon verder kijken, het komt wel goed; huil er nou maar niet om, het is hun verlies. Echter ontdekte Joyce recent binnen de coaching dat ze van nature niet iemand is die alleen zegt; ‘kom op, doorgaan, niet huilen’. Joyce ontdekte dat ze van nature een zachtaardige, empathische en zeker ook affectieve persoonlijkheid is. Alleen dat ze dit van huis uit door allerlei omstandigheden ‘aanpaste’ en leerde dat emoties voor ‘mietjes en aanstellers’ zijn. Tevens waren haar ouders allebei geen affectieve personen, ook niet onderling en ondanks dat Joyce dat wel was, leerde ze daar niet mee om te gaan en stopte ze ook dat stukje van zichzelf weg.

Omdat Joyce recent dit inzicht had opgedaan besloot ze anders dan anders te reageren op haar zus. Ze sloeg met een kleine aarzeling haar arm om haar zus heen en zei; huil maar, het mag er zijn, ik ben er voor je. Haar zus huilde tranen met tuiten en liet zich uitgebreid knuffelen en vertroetelen. Ze gaf daarna herhaaldelijk terug aan Joyce hoe fijn ze het vond en hoe lief van Joyce, terwijl haar zus zich meestal ook niet zo uitspreekt. Ik zeg als coach dan ook meestal tegen mensen; als je doet wat je altijd deed; krijg je wat je altijd kreeg. Zo zag Joyce dat ze door het anders te doen, dus ook meer affectie terugontving van haar zus, iets wat ze als heel prettig ervaarde.

Toch betekent verandering óók nog iets anders. Als je aangeleerde patronen, overtuigingen of mechanismes probeert te veranderen of te doorbreken dan zul je ook altijd te maken krijgen met zogenaamde ‘saboteurs’. Saboteurs zijn de ‘stemmetjes’ in je hoofd die je vertellen ‘dat iets je toch niet lukt’ ‘dat je vooral je niet te veel moet openstellen want dan komt er alleen maar gedoe van’ ‘dat je op moet blijven letten omdat anders de pleures uitbreekt’ en nog veel meer van dit soort geluiden. Deze ‘stemmetjes’, hoe irritant ook, hebben ook een functie. Ze proberen je veilig te houden. Nu hoor ik je denken; veilig hoezo? Veilig betekent; alles blijft bij het oude, zelfs als daar waar je nu inzit (bijvoorbeeld die ongezonde relatie) niet goed voor je is dan is (volgens de saboteurs) behouden wat je hebt áltijd nog beter dan aangaan wat je niet weet. Immers; dan kan het altijd nóg slechter worden.

Doordat Joyce ervoor koos om eens te oefenen met haar affectieve en gevoelige kant naar haar zus, koos ze voor ‘verandering’. Deze verandering, hoe fijn ook, leverde ook spanning op. Er verschenen stemmetjes in haar hoofd met ‘ niet te zoetsappig he, je hoeft ook niet door te slaan, wat zal je zus straks wel niet denken, pas je op dat je niet gekwetst wordt met die gevoeligheid, straks maakt iemand er nog misbruik van’ .

Daarnaast voelde Joyce ook nog wat anders. Ze zou het liefst de leidinggevende van haar zus opgebeld hebben en haar boosheid kenbaar maken, maar dat kon natuurlijk niet en dus ervaarde ze onmacht. Nadat haar zus weg was merkte ze dat ze de situatie niet helemaal los kon laten en niet veel later ervaarde ze het ‘fuck it gevoel’ en was ze naar de ijskast gelopen om ‘er overheen te eten’. Een mechanisme dat bekend is voor Joyce en dat haar het gevoel van veiligheid gaf en niet in de laatste plaats omdat naast alles wat hierboven al voor een verhoogde spanning zorgde, en de mechanismes die waren gaan lopen, ze tevens ook nog getriggerd werd door het gevoel van onmacht. Ondanks dat deze onmacht niet haar onmacht was, triggerde dat gevoel een traumatische periode in haar leven met een narcistische man waarin ze ook veel onmacht had ervaren. Pas toen Joyce afgelopen week vertelde over de situatie met haar zus en we deze helemaal uitgewerkt hadden, begreep ze waarom ze was gaan ‘over eten’.

Samen met haar maakte ik op het whiteboard inzichtelijk hoé feitelijk 1 situatie zoveel gevolgen kon hebben, als een soort kettingreactie. Hoeveel emoties erbij kwamen kijken en hoe lastig dat nog voor haar was omdat ze niet geleerd had daar mee om te gaan. Tevens zorgde al deze emoties ook voor een lichamelijke reactie namelijk een verhoogde adrenaline. Deze verhoogde adrenaline legt tijdelijk ons brein stil waardoor we even niet meer kunnen nadenken en dus bijvoorbeeld naar de koelkast lopen om te gaan ‘over-eten’. Iedereen die kampt met een verstoorde relatie met eten zal dit mechanisme herkennen; (je weet dat je eigenlijk niet wíl over eten, maar op dat moment lijkt dat automatisch te gaan en is er niets dat je nog tegenhoudt) en als je adrenaline daarna gezakt is; dán kom je tot jezelf en begint het volgende mechanisme te lopen; schuldgevoel etc.

Door inzichtelijk te krijgen hoe patronen, overtuigingen en mechanismes werken, krijgt Joyce steeds meer inzichten in het waaróm van haar handelen en van wie ze daadwerkelijk bedoeld is te zijn. Tevens probeer ik haar telkens wanneer ze bewust emotie kan waarnemen (en dat lukt steeds een beetje beter) stil te staan bij wat ze voelt/ wat er gebeurt en inzichten op te schrijven, zodat ze uiteindelijk vanuit bewust zijn en rust keuzes kan maken, voor zichzelf en over eten.

Herken jij je in bovenstaand verhaal of zou je ook graag meer begeleiding en inzicht willen in de functie van eten voor jou. Voel je vrij om contact met me op te nemen, in pb, telefonisch of via email. Kijk ook hier

*vanzelfsprekend zijn alle namen én beschreven situaties geanonimiseerd en/of figuratief beschreven*