Tijdens mijn individuele coaching sessies met mensen die een verstoorde relatie met eten ervaren praat ik nooit over eten. Het gaat immers niet over eten, maar wel om over(heen) éten een mechanisme dat een hele periode ‘functioneel’ kan zijn, maar dat pas opgelost kan worden als je snapt wat de functie daadwerkelijk is.
Al eerder legde ik in mijn blogs uit dat een verstoorde relatie met eten vrijwel altijd een aangeleerd mechanisme is om te hebben kunnen ‘over leven’ door een aangepaste versie van jezelf te worden. Dit kan door dat je als kind hoorde dat je gevoeligheid ‘overdreven’ was en dat je ‘normaal’ moest doen. Het kan zijn omdat je je onveilig voelde omdat er geweld of intimidatie plaatsvond in het gezin waar je opgroeide en je dus al zeker geen ruimte voelde voor jouw gevoelens (je keek wel uit!), waardoor je leerde dat deze er niet mochten/ konden of hoorden te zijn. Maar het kan ook zijn dat jouw ouders niet met emoties om konden gaan en dus ook jou leerde dat je je ‘niet aan moest stellen maar gewoon door moest gaan’.
Meer dan eens zie ik mensen voorbijkomen in mijn praktijk die niet geleerd hebben om te gaan met hun mooie gevoelige kant. Zij zijn zich niet bewust van wie ze waren voordat ze zich leerde aanpassen, of dat ze zich überhaupt aangepast hebben. Dit gebeurt ook vaak onbewust. Net zomin als dat ze zich bewust zijn van het mechanisme dat daarna in werking gaat en hoe dat de boel in stand houdt, zoals ook de verstoorde relatie met eten.
Afgelopen week had ik Joyce in mijn praktijk, zij komt al een aantal weken voor begeleiding bij haar verstoorde relatie met eten. Zij vertelde dat ze een lastige week had gehad met eten en ze vertelde ook wat eraan vooraf was gegaan. Haar zus was bij haar gekomen en deze was heel verdrietig geweest omdat ze te horen had gekregen op haar werk dat haar contract niet verlengd was. De organisatie twijfelde eraan of dat haar zus wel bij de organisatie paste en dát terwijl ze zich zó had ingespannen. Joyce wilde er graag voor haar zus zijn maar voelde ook boosheid en onmacht, want ze had gezien hoe gigantisch hard haar zus de afgelopen maanden gewerkt had. Doorgaans zou Joyce vanuit haar ‘aangepaste zelf’ tegen haar zus gezegd hebben; joh kóm op, ga gewoon verder kijken, het komt wel goed; huil er nou maar niet om, het is hun verlies. Echter ontdekte Joyce recent binnen de coaching dat ze van nature niet iemand is die alleen zegt; ‘kom op, doorgaan, niet huilen’. Joyce ontdekte dat ze van nature een zachtaardige, empathische en zeker ook affectieve persoonlijkheid is. Alleen dat ze dit van huis uit door allerlei omstandigheden ‘aanpaste’ en leerde dat emoties voor ‘mietjes en aanstellers’ zijn. Tevens waren haar ouders allebei geen affectieve personen, ook niet onderling en ondanks dat Joyce dat wel was, leerde ze daar niet mee om te gaan en stopte ze ook dat stukje van zichzelf weg.
Omdat Joyce recent dit inzicht had opgedaan besloot ze anders dan anders te reageren op haar zus. Ze sloeg met een kleine aarzeling haar arm om haar zus heen en zei; huil maar, het mag er zijn, ik ben er voor je. Haar zus huilde tranen met tuiten en liet zich uitgebreid knuffelen en vertroetelen. Ze gaf daarna herhaaldelijk terug aan Joyce hoe fijn ze het vond en hoe lief van Joyce, terwijl haar zus zich meestal ook niet zo uitspreekt. Ik zeg als coach dan ook meestal tegen mensen; als je doet wat je altijd deed; krijg je wat je altijd kreeg. Zo zag Joyce dat ze door het anders te doen, dus ook meer affectie terugontving van haar zus, iets wat ze als heel prettig ervaarde.
Toch betekent verandering óók nog iets anders. Als je aangeleerde patronen, overtuigingen of mechanismes probeert te veranderen of te doorbreken dan zul je ook altijd te maken krijgen met zogenaamde ‘saboteurs’. Saboteurs zijn de ‘stemmetjes’ in je hoofd die je vertellen ‘dat iets je toch niet lukt’ ‘dat je vooral je niet te veel moet openstellen want dan komt er alleen maar gedoe van’ ‘dat je op moet blijven letten omdat anders de pleures uitbreekt’ en nog veel meer van dit soort geluiden. Deze ‘stemmetjes’, hoe irritant ook, hebben ook een functie. Ze proberen je veilig te houden. Nu hoor ik je denken; veilig hoezo? Veilig betekent; alles blijft bij het oude, zelfs als daar waar je nu inzit (bijvoorbeeld die ongezonde relatie) niet goed voor je is dan is (volgens de saboteurs) behouden wat je hebt áltijd nog beter dan aangaan wat je niet weet. Immers; dan kan het altijd nóg slechter worden.
Doordat Joyce ervoor koos om eens te oefenen met haar affectieve en gevoelige kant naar haar zus, koos ze voor ‘verandering’. Deze verandering, hoe fijn ook, leverde ook spanning op. Er verschenen stemmetjes in haar hoofd met ‘ niet te zoetsappig he, je hoeft ook niet door te slaan, wat zal je zus straks wel niet denken, pas je op dat je niet gekwetst wordt met die gevoeligheid, straks maakt iemand er nog misbruik van’ .
Daarnaast voelde Joyce ook nog wat anders. Ze zou het liefst de leidinggevende van haar zus opgebeld hebben en haar boosheid kenbaar maken, maar dat kon natuurlijk niet en dus ervaarde ze onmacht. Nadat haar zus weg was merkte ze dat ze de situatie niet helemaal los kon laten en niet veel later ervaarde ze het ‘fuck it gevoel’ en was ze naar de ijskast gelopen om ‘er overheen te eten’. Een mechanisme dat bekend is voor Joyce en dat haar het gevoel van veiligheid gaf en niet in de laatste plaats omdat naast alles wat hierboven al voor een verhoogde spanning zorgde, en de mechanismes die waren gaan lopen, ze tevens ook nog getriggerd werd door het gevoel van onmacht. Ondanks dat deze onmacht niet haar onmacht was, triggerde dat gevoel een traumatische periode in haar leven met een narcistische man waarin ze ook veel onmacht had ervaren. Pas toen Joyce afgelopen week vertelde over de situatie met haar zus en we deze helemaal uitgewerkt hadden, begreep ze waarom ze was gaan ‘over eten’.
Samen met haar maakte ik op het whiteboard inzichtelijk hoé feitelijk 1 situatie zoveel gevolgen kon hebben, als een soort kettingreactie. Hoeveel emoties erbij kwamen kijken en hoe lastig dat nog voor haar was omdat ze niet geleerd had daar mee om te gaan. Tevens zorgde al deze emoties ook voor een lichamelijke reactie namelijk een verhoogde adrenaline. Deze verhoogde adrenaline legt tijdelijk ons brein stil waardoor we even niet meer kunnen nadenken en dus bijvoorbeeld naar de koelkast lopen om te gaan ‘over-eten’. Iedereen die kampt met een verstoorde relatie met eten zal dit mechanisme herkennen; (je weet dat je eigenlijk niet wíl over eten, maar op dat moment lijkt dat automatisch te gaan en is er niets dat je nog tegenhoudt) en als je adrenaline daarna gezakt is; dán kom je tot jezelf en begint het volgende mechanisme te lopen; schuldgevoel etc.
Door inzichtelijk te krijgen hoe patronen, overtuigingen en mechanismes werken, krijgt Joyce steeds meer inzichten in het waaróm van haar handelen en van wie ze daadwerkelijk bedoeld is te zijn. Tevens probeer ik haar telkens wanneer ze bewust emotie kan waarnemen (en dat lukt steeds een beetje beter) stil te staan bij wat ze voelt/ wat er gebeurt en inzichten op te schrijven, zodat ze uiteindelijk vanuit bewust zijn en rust keuzes kan maken, voor zichzelf en over eten.
Herken jij je in bovenstaand verhaal of zou je ook graag meer begeleiding en inzicht willen in de functie van eten voor jou. Voel je vrij om contact met me op te nemen, in pb, telefonisch of via email. Kijk ook hier
*vanzelfsprekend zijn alle namen én beschreven situaties geanonimiseerd en/of figuratief beschreven*